donderdag 26 april 2012

Drama les

Dieren uitbeelden (groep 6)
Inleiding
Regels:
·       Als ik in mijn handen klap is het stil
·       Kijk rustig naar de mensen die op het “podium” staan.
·       We lachen niet uit.
·       We lachen alleen als het grappig is.
·       Alles wat je op het “podium” doet is goed.
·       Tips komen pas op het einde.

De kinderen zitten in een kring. In het midden is genoeg ruimte voor het kind dat aan de beurt is.
De leerkracht wijst iemand aan, die een briefje uit de bak pakt. Het briefje wordt opengevouwen, het dier wordt gelezen, het briefje wordt weer dichtgevouwen, en het kind gaat naar het midden van de kring. Het kind beeld het dier uit dat op het briefje stond. De andere kinderen proberen te raden welk dier het kind uitbeeld. Bij het uitbeelden is het het leukste om er geen geluid bij te maken, dat zou het extra makkelijk maken. De kinderen die het weten, steken hun vinger op. De leerkracht geeft beurten. Als het dier geraden is, gaat het kind dat geweest is naar zijn stoel, en wijst de leerkracht een ander kind aan.

Kern
Ik verdeel de klas in 6 groepen. Er komt steeds 1 groep naar voren. Dan lees ik de regels van het verhaal voor en de leerlingen beelden het dan uit.

Verhaal 1: Dieren in het circus.
-    Het circus is heel leuk en iedereen danst.
-    De clown is heel grappig,  maar deze ligt op het moment te slapen.
-    In het circus zijn allerlei dieren zoals: olifant, aap, tijger, slang en een beer.
-    De dieren doen allemaal kunstjes.
-    Aan het einde van het optreden klapt het publiek.

Verhaal 2: Dieren in de wildernis.
-    In de wildernis leven allemaal dieren. Grote – en kleine dieren.
-    Een giraffe met een lange nek pakt een blaadje uit de boom.
-    Een tijger pakt een hert.
-    De zon gaat onder en de bomen waaien heen en weer.

Verhaal 3: Dieren in huis.
-    Er zijn allerlei huisdieren: honden, katten, vissen, konijnen en nog veel meer.
-    Een hond laat je elke dag uit.-    Een kat ligt lekker te slapen in zijn kattenmand.
-    Een vis zwemt lekker in zijn vissenkom.
-    Iedereen is blij met zijn huisdier.

Verhaal 4: Dieren op de boerderij.
-    Op een boerderij leven veel dieren: koeien, schapen, paarden, kippen en nog veel meer.
-    De paarden in de wei rennen rond.
-    De schapen staan in de wei gras te eten.
-    De koe wordt gemolken.
-    En de kippen pikken het eten van de grond.

Slot
Bespreking met de leerlingen over hoe ze het vonden gaan.
Wat ging er goed? Wat had  er beter gekund?
Vonden ze het leuk om te doen? Wat was er dan leuk aan?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten