Wij hebben de drama inleiding naar onze eigen hand gezet en er humor aan toegevoegd. Dit zorgt ervoor dat het stuk ook geschikt is voor de bovenbouw. Daarnaast hebben wij ook veel momenten met interactie ingebouwd om de kinderen bij het stuk te betrekken. Wij hopen dat jullie net zo enthousiast worden als wij al zijn!
Drama
Personages:
Ashley: verteller
Chantal: hert, jachtluipaard
Charlotte: olifant, muis
Angela: tijger
Ashley: verteller
Chantal: hert, jachtluipaard
Charlotte: olifant, muis
Angela: tijger
Verteller: Op een ochtend kwam er uit de jungle een
pasgeboren kleine tijger, die een enkel idee had van wat er in de wereld te
zien was. Hij had een hele tijd gelopen en een geweldige honger gekregen, toen
er van de andere kant een hert kwam. De tijger wilde het hert grijpen en
opeten. Maar omdat hij nog nooit een hert had gezien en niet wist wat een hert
allemaal kon, ging hij eerst op hem af om dat uit te vinden.
Tijger: mijn beste vriend, wat is het nut van dat ding dat
op je hoofd groeit en wel een struik lijkt.
Verteller: Het hert wist dat de tijger van alle dieren de
gemeenste vijand was en dat hij met zijn vraag vast niets goeds in de zin had,
dus hij antwoorden…
Hert: kleintje, je wilt toch niet zeggen dat je deze
tijgervork op mijn hoofd nog niet kent.
Tijger: waar dient die tijgervork dan voor?
Hert: een tijgervork gebruik je natuurlijk voor het eten van
tijgers. Wanneer ik een tijger heb gegrepen prik ik dat stuk vlees van zijn
lijf dat ik wil opeten. En wat er na de maaltijd overblijft dat hang ik ook aan
mijn tijgervork, in afwachting van de volgende maaltijd.
Verteller: toen de
tijger dat hoorde, schrok hij wel even. Omdat hij ook de stippen op het lijf
van het hert zag, vroeg hij.
Tijger: wat is het nut van die stippen op jou lijf?
Hert: dat zijn de
merktekens voor de tijgers die ik heb opgegeten. Telkens wanneer ik een tijger
heb gegeten, maak ik er weer 1 bij, omdat ik met mijn vrienden een wedstrijd
doe wie de meeste tijgers kan vangen.
Verteller: toen onze tijger dit had gehoord werd hij nog
banger. Het hert nam daarop een dreigende houding aan. En begon luid te
brullen. En de tijger die zag dat de situatie zich onrustig ontwikkelde en
vluchtte snel naar huis. Zodra de tijger thuis was, probeerde te slapen, maar
hij moest steeds aan het hert denken.
het was stil in de jungle. Alle tijgers lagen te slapen, ze snurkte heel hard. De tijger besloot weg te lopen, niemand hoorde hem nu toch. Hij wilde aan het hert laten zien hoe stoer en groot hij was, dus dat hij geen klein tijgertje was. Heel zachtjes sloop hij voorbij de andere tijgers.
het was stil in de jungle. Alle tijgers lagen te slapen, ze snurkte heel hard. De tijger besloot weg te lopen, niemand hoorde hem nu toch. Hij wilde aan het hert laten zien hoe stoer en groot hij was, dus dat hij geen klein tijgertje was. Heel zachtjes sloop hij voorbij de andere tijgers.
Tijger: nu is het wel een geluk dat ik klein ben, nu kan ik
goed weglopen om me te bewijzen tegenover hert. Waar zal ik heen gaan?
Verteller: hij liep en liep. Het was nog donker en koud. De
tijger was bang. Hij hoorde wat bewegen achter de struiken waar hij vlak bij
stond.
Tijger: wie.. is daar?
Jaguar: hallo kleintje, verdwaald? Ben je je moeder kwijt.
Tijger: laat me met rust!
Verteller: de tijger was zo bang, hij dacht dat hij zou
worden opgegeten. Zouden zijn ouders hem al missen? Maar wacht wat is dat nou…
Het is onwijs groot en dik. De tijger rende naar het grote dier toe. De jaguars volgde hem niet, zij waren bang
voor de olifant. Het grote dier kwam steeds dichterbij, Het dier kwam dichtbij
met z’n poot en ging bijna op tijger staan!
Tijger: Pas op!
Olifant: oh sorry! Je bent ook zo klein.
Tijger: wat ben jij voor dier?
Olifant: weet je dat niet? Ik ben een olifant.
Tijger: oh oke. Ik ben op zoek naar hert. Weet jij waar ik
die kan vinden?
Olifant: de herten leven iets verder op, achter die
struiken. Succes kleintje!
Verteller: tijger liep richting de struiken. Maar opeens
hoorde hij hard gepiep. En zag een grote roofvogel in de lucht rondjes zweven.
Muis: piep piep! Help me! Piep piep, die grote vogel wil me
opeten.
Verteller: tijger sprong naar de vogel en gromde! De vogel vloog weg.
Muis: dankjewel! Je hebt me leven gered. Wat ben jij een
groot en dapper dier! Je bent mijn held!
Verteller: de tijger
was heel blij dat hij voor de muis een held was. En hij wist dat hij het hert
en alle andere dieren nu aan kon.Hij had zichzelf bewezen en had een fijn
gevoel!
Hij was heel gelukkig
en keerde samen met muis terug naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten